zaterdag, februari 05, 2005

Walk with an Egyptian - Caïro in 8 dagen



Cairo wordt ook wel de Moeder van het Midden Oosten genoemd.
Hoewel ik te weinig van het Midden Oosten ken om daarover iets te kunnen zeggen, lijkt het wel of de hele wereld er samen komt. De verschillende wijken zijn al een wereldreis op zichzelf. Downtown, waar mijn geweldige hotel (met de griezeligste horrorlift aller tijden) zich bevond is een aaneenschakeling van schoenenwinkels (veel glitter dit jaar), kebab- en baklavatentjes en posters van Egyptische filmhelden. Het is er druk vanaf 's ochtends zeer vroeg en 's avonds vind je er massa's mensen die langs de verkopers van koranteksten, sokken en tissues flaneren, terwijl de lokale jeugd hand in hand en soms in niqaab, rondjes loopt door het winkelcentrum van 6 verdiepingen. En dan is er het verkeer, dat nergens zo chaotisch is, zo toetert, zo stinkt en zo levensgevaarlijk is als juist hier. Het principe van drie-is-stiekem-zesbaans kende ik al, en ezelkarren in op de rondweg van een stad met 16 miljoen mensen verbaast me ook niet meer, maar de ware doodsverachting waarmee Cairese voetgangers de weg oversteken is verbluffend. Nadat hotelgenoot Ron (Schots) en ik reeds een kwartier op de vluchtheuvel van een gigantische weg vlakvoor het Egyptisch museum stonden, omdat we simpelweg geen enkel gat zagen in de stroom taxi's en bussen, diende de oplossing zich aan: Egyptians! Het principe is simpel: ga stroomafwaarts staan van één (liefst meerdere) lokale voetgangers en ren als zij rennen! Succes gegarandeerd, Walk with Egyptians....

"US, bááád!"
In mondain Zamalek hebben vrouwen mobieltjes in plaats van hoofddoeken. Je vindt er rijen ambassades, dure winkels en koffiebarretjes naar Amerikaans model. Het lijkt een werelddeel weg van de islamitische wijk, die al bij het overvliegen bij aankomst voor redelijke stress van mijn kant zorgde: één grote kluwen bruinige gebouwen, met overal stof en kronkelende miniweggetjes. Mijn talent voor verdwalen kennende, vreesde ik hier nooit meer uit te komen. Dat verdwalen bleek inderdaad geen probleem! Al binnen 5 minuten had ik geen benul meer waar ik was, en de weg vragen blijkt een groot probleem als de meeste passerende vrouwen geen woord engels spreken en de meeste mannen je net iets te graag zélf begeleiden. Gelukkig zijn er altijd nog taxi's....Desondanks bleek de islamitische wijk bijzonder de moeite waard. De bruine stofzooi bleek van dichtbij massa's prachtig vervallen moskeeën en andere gebouwen te verbergen en een geweldige straatmarkt met loslopende kippen, mobiele sapverkopers, slagers die -al rokend- op straat enorme koeien slachtten, fietsende jongens met grote broodmanden op hun hoofd en op iedere straathoek sheeshah (waterpijp)-rokende mannen. Ook mooi was de enorme Al-Azhar-moskee, waar ik (na drie keer bevestigt te hebben dat ik niet, nee echt niet uit Amerika kwam "US, bááád!") een rondleiding kreeg van de conciërge. De man was zelf zó enthousiast over zijn eigen moskee dat ik verplicht een heel rolletje foto's nam, om hem er van te overtuigen dat ik het allemaal net zo prachtig vond als hij. Omdat Al-Azhar ook een bekende universiteit herbergt zie je overal, in kleine zaaltjes, maar ook gewoon midden in de moskee, mensen studeren en in groepjes discussiëren, wat het geheel een mooie sfeer geeft. Bij mijn vertrek kreeg ik van mijn gids een boekje over de tolerantie van de Islam. Hoe actueel!

"Are you feeling watched?"
In de islamitische wijk ligt ook de citadel, waar een prachtige moskee staat en vanwaar je een geweldig uitzicht hebt over de stad. Niet dat ik een kans kreeg daar rustig van te genieten overigens....Ook naar de citadel was ik samen met Ron gegaan. Gezellig, en het scheelt een hoop tijd wanneer je met iemand bent die nog enig gevoel voor richting heeft. We hadden slechts één ding verkeerd gedaan: de citadel op vrijdag (voor moslims zoiets als onze zondag) blijkt een geliefd uitje voor scholen.... véél scholen! Na bij de ingang al zo'n beetje doof geschreeuwd te zijn door schoolklassen vol "What's your name?" krijsende kinderen, bleek dit eenmaal binnen nog maar het begin: Drommen kinderen, letterlijk tientallen, die zich om ons heen verzamelden, om erachter te komen hoe we heetten, waar we vandaan kwamen en hoe oud we waren (waarna het engels meestal was uitgeput), schoolmeesters en kinderen die met mij op de foto wilden, ouders die me hun baby's in de armen drukten voor een foto en schooljuffen die wanhopig probeerden hun klassen in het gareel te houden. Het leek wel of ze nog nooit een toerist hadden gezien en Ron en ik grapten dat dit waarschijnlijk was zoals Madonna moet voelen. Gezeten op een muurtje boven de ingang zagen we honderden kinderen binnenkomen die naar ons zwaaiden en joelden, ondertussen vanaf de andere kant aangestaard door een groep kinderen die inmiddels door hun voorraad engelse zinnen heen was: "Are you feeling watched in any way?" "No, why?"

Of lazy camels and sexy underwear
En natuurlijk was er een absoluut verplicht bezoek. Bij aankomst had de piloot al een prachtig ererondje gedraaid boven de piramides van Giza en op de derde dag besloot ik ze ook eens vanaf de grond te bekijken. Aangezien de piramides vrijwel ín de stad liggen was dat een kwestie van een taxi, hoewel ik de piramidefoto op de kaft van de Lonely Planet nodig had om de chauffeur duidelijk te maken dat ik niet naar "Hotel The Piramids" moest ("No, these piramids!"). Naast de oudste toeristische attractie ter wereld ligt een vrij omvangrijke arme wijk, vol mensen die op de één of andere manier hun levensonderhoud verdienen met de piramides. Je vindt er papyrusboekenleggerverkopers, plasticpiramideverkopers en echtegyptischeparfumverkopers en jongens als Mohammed (natuurlijk!) die toeristen begeleiden op paarden en kamelen. Ik begon de ochtend vroeg op de rug van een paard, keihard galopperend door de woestijn, wat op zichzelf al een adembenemende ervaring was (letterlijk en figuurlijk). Het was vrij heiig, wat de woestijn een volslagen uitgestorven aanblik gaf (hoewel het dat vast niet was). Hierdoor, en door de gesprekken met Mohammed zag ik de eerste piramide pas toen we er al bijna tegenaan reden. Met een waterig zonnetje en een paar mistwolkjes eromheen lag hij daar enorm en oud te zijn. Een onverstoorbaar voorbij golvende kameel maakte het perfecte plaatje af. Het was tijd het paard in te ruilen voor een kameel, om de nog vrij onbezochte piramides van Abu Sir, meer naar het zuiden, te bezoeken. De kameel had liever rustig thuisgebleven en liet dit regelmatig middels luid gebrul weten. Onderweg werd er met kameel en al midden in Giza-wijk gestopt voor wat inkopen. Brood, kaas en sigaretten werden aan de voet van de piramides in een kleine hut gedeeld met twee "bewakers" die hun ogen uitkeken naar onze vreemde delegatie. Omdat je Abu Sir nog kunt beklimmen biedt het een prachtig rustig uitzicht over de woestijn en de rand van de stad, met een vreemde abrupte overgang tussen het groen en het woestijnzand. Ongelooflijk dat dit alles bijna bovenop die enorme mierenhoop van 16 miljoen ligt! Op de terugweg waren wij de kameel net zo zat als hij ons. Mohammed stuurde het heftig protesterende beest zonder pardon de wijk in, om te stoppen voor een klein winkeltje. De kinderen in de straat wisten niet wat ze spannender vonden: Wie durft het dichtst bij de kameel? Of wie durft het eerst wat de zeggen tegen de blonde toeriste? De kameel werd weggebracht door de jongen van de winkel, terwijl ik met Mohammed thee ging drinken bij zijn broer, die met zijn vrouw en zoontje boven de winkel woonde. Enkele kopjes mierzoete thee later werd ik door schoonzus meegetroond naar haar slaapkamer. Engels blijkt niet nodig voor een beetje girl-bonding: binnen de kortste keren had ze mij gehesen in een lang gewaad en hoofddoek en was ze haar hele kledingkast aan het uitpakken om alles te laten zien. Waar ik vooral om moest lachen was de massa ontzettende sexy onderjurkjes in rood en zwart kant die zich onder de bedekkende dameskleding blijken te bevinden! Hoe het ook zij: de gastvrijheid was ongekend. De familie had me het liefst direct uit het hotel gesleurd en bij hen ondergebracht, maar dat vond ik toch wat te ver gaan. "De volgende keer dan maar?"

"Look, Shoes from Sudan!"
Als ik de drukte van de stad even helemaal had gezien, was er altijd de mogelijkheid een tripje naar buiten de stad te ondernemen. Het hotel regelde een betrouwbare chauffeur/gids voor me en gáán....Een prachtige trip was die naar de oase van Al-Fayoum, zo'n 70 kilometer ten zuiden van de stad. Een groter contrast met de stad was nauwelijks denkbaar: nadat je de militaire checkpoints bent gepasseerd (Egyptenaren zijn als de dood voor een nieuwe aanslag op toeristen, die hun meest waardevolle inkomstenbron behoorlijk de das om zal doen) opent zich de eindeloze, lege woestijn. Met Marco Borsato op de achtergrond, want natuurlijk had Sameh, mijn gids, een Nederlandse vriendin. De oase was prachtig: geweldige uitzichten van mensen op het land aan het werk, sinaasappels plukkend, op de rug van een ezel of een os opjuttend die rondjes liep om een maalsteen. Ook mooi: de felle kleurencombinaties van gele zandduinen, groene velden en een helblauw meer. Een absoluut hoogtepunt voor mij was mijn bezoek aan de kamelenmarkt van Birqash, net buiten Cairo. Hier worden kamelen verkocht na lange reizen vanuit Aswan of soms zelf helemaal uit Sudan. Omdat we veel te vroeg en in het stikdonker arriveerden gaf mijn chauffeur me een kussentje en de opdracht om nog even een poosje te slapen. Maar als je overal om je heen het geschuifel van kamelen hoort en ze af en toe ziet afsteken tegen de opkomende zon valt dat niet mee! Blijkbaar was het toch even gelukt, want toen ik me na anderhalf uur meldde bij de toegangspoort was er grote hilariteit onder de enorme woestijnmannen: "You!", prikte er één lachend in mijn borst, "you sléép!". Gelach! Ja, ja, bekende ik schuchter, "me, sleep!". Het bleek een geweldige introductie. De diervriendelijkheidsprijs zullen ze niet krijgen in Birqash: de kamelen worden zonder veel gedoe in pick-ups geramd en tijdens onderhandelingen niet bepaald zachtzinnig heen en weer gepord. Ik wist het van tevoren en had me voorgenomen me er niet door te laten weerhouden. Geen andere toeristen en niets om me te verkopen ("Maybe small camel?") bleek het recept voor veel vrolijke gesprekjes en fotomomenten met de verkopers. Verkoper Mohammed (weer een andere) nodigde me uit op de thee, die we dronken terwijl hij me uitlegde hoe je een goede kameel onderscheidt van een slechte en (op mijn verzoek) vertelde over Sudan. "Het is er prachtig. Wil je mee?" Na mijn beleefd bedanken wees hij op zijn schoenen: "Look! Shoes from Sudan!" Ik wees hem op mijn Puma's: "Look! Shoes from the US!" Moppentappen met woestijnmannen.....

"In sh'allah!"
Van andere reizigers naar Arabische landen had ik al gehoord van de Arabische variant op "Mañana". "In sh'allah" betekent zoveel als "Als Allah het wil" en is het bijna magische antwoord op bijna alles. "Dus we gaan om zeven uur weg?" "In sh'allah!" "Is er morgen nog een kamer vrij? "In sh'allah!". Dat er ook vóórdelen zitten aan deze toverspreuk bleek toen mijn pinpas onverhoopt uit iedere mogelijke pinautomaat werd gespuugd en ik twee dagen lang mijn hotel niet kon betalen. Mustafa, de schele receptiejongen deed er niet moeilijk over: "Geef het morgen maar als het dan is gelukt, In sh'allah!".In Egypte zegt men dat je ooit terug zal komen in het land wanneer je eenmaal water hebt gedronken uit de Nijl. Volgens Sameh, met wie ik samen met Ron mijn laatste avond vierde, was water uit de kraan ook goed. Uiteindelijk komt dat ook uit de Nijl tenslotte.... We hebben er met veel enthousiasme op geproost. Met of zonder Nijlwater is er genoeg om voor terug naar Egypte te gaan: om de door Sameh beloofde zonsopgang in de Sinaï te zien, om nog een keer thee te drinken bij de familie van Mohammed, om nog eens zo'n hele tafel overheerlijke mezze te verorberen, voor nog meer uitzichten vanaf eeuwenoude bouwwerken, over eindeloos woestijnzand en vooral om nog meer mee te maken van niet alleen het drukbezochte Egypte van meer dan 4000 jaar oud, maar juist ook dat ándere, minstens zo boeiende Egypte van nú.

Ik zal zeker terugkomen, In sh'allah!