vrijdag, december 20, 2002

Latinoland 26: Feliz Navidad



Ik had zelf nog gehoopt een laatste lang verhaal vanuit Peru te schrijven. Maar afscheid nemen kost meer tijd dan je denkt....Morgennacht vertrek ik vanuit Lima en na een dagje Atlanta sta ik dan op de 22e , "Si Dios Quiere", om kwart over acht 's ochtends op een (zo heb ik begrepen) steenkoud Schiphol.

De eerste week zal ik misschien nog wat vreemde trekjes vertonen. Zo zal ik mijn eurobiljetten continu op echtheid controleren, van junks verwachten dat ze mijn schoenen willen poetsen en overal een rol toiletpapier mee naartoe slepen (sterker nog, als er op jouw toilet een hangt, dan neem ik die waarschijnlijk mee). Het komt wel weer goed....

Ik beloof jullie nog een verhaal over de laatste week, over Lima en Trujillo, maar dat zal ongetwijfeld pas na de kerst worden verzonden. Daarom nu maar vast van hieruit voor jullie allemaal een hele Feliz Navidad....

Maak er wat moois van en tot heel snel!

donderdag, december 12, 2002

Latinoland 25: Cobre, Mercosur y El Desierto Rojo


De reis naar het noorden gaat verder....
Calama was wellicht wel het saaiste stadje van de hele trip, er was werkelijk geen bal te beleven. Het is opmerkelijk hoe ik ook sociaal gezien steeds dichter bij Perú leek te komen: Brakkere bussen die te laat rijden en rochelende mannen op het toilet van het hotel. Joepie. Toch ben ik een dag gebleven Vanuit Calama kun je namelijk een bezoek brengen aan de grootste kopermijn ter wereld. En aangezien ik in Bolivia al langs was geweest bij het zilver, wilde ik wel eens zien hoe het hier was.


De rondleiding in Chuquicatama wordt georganiseerd door de PR afdeling van Codelco, het staatsbedrijf dat veramntwoordlijk is voor de mijn. Dat is dus wel even andere koek dan de slaventoestanden in Potosi! Er is een bedrijfsvideo, een Franse dame die zeer vloeiend spaans en iets minder engels spreekt, en een veiligheidskitje voor alle bezoekers, met daarin een helm, een jas, een bril, veiligheidsschoenen en een gasmasker (!).
De mijn is indrukwekkend. Alles lijkt groot te zijn: de mijn zelf, met afmetingen van 3 bij 4 kilometer en een diepte van dik 800 meter, de 15.000 mensen die er werken en vooral de vrachtwagens die af en aan rijden met het kopererts en waarvan alleen al de banden (!) 4 meter hoog zijn.
We mogen rondlopen in de werkplaats waar de vrachtwagens worden gerepareerd (en waar een vitrine staat met de voetbalbekers van het werkplaats-voetbalteam), zien de overmaat aan waarschuwingsborden voor de veiligheid van de medewerkers, en, mét gasmasker, de smeltplaats, waar het gloeiende koper met veel spectakel in platen wordt gegoten.
We mogen alles vragen laat de PR-dame weten Europeanen willen altijd vooral weten hoe het zit met het milieu. Dat kon natuurlijk niet uitblijven. Want Chuqui is (in tegenstelling tot de mijn in Potosí) een open mijn. Fijn voor de medewerkers en hun gezondheid, maar het opgeboorde gruis en stof wordt op deze manier, zeker door de droge omstandigheden, alle kanten opgeblazen. Dat het bedrijf veel doet om dit te voorkomen is wel duidelijk. Codelcos website, de gids, de bedrijfvideo, allen laten ongeveer iedere derde zin het woord milieu vallen en jaarlijks worden vele tientallen miljoenen geinvesteerd in het milieu, in het reinigen van het gebruikte water en in het hergebruiken van oude ertsen. Dat het nog niet helemaal lukt is ook duidelijk. In de loop van dit jaar moet de gehele bevolking van Chuqui onvrijwillig verkassen naar Calama, omdat het té vervuild is en het bedrijf wil gaan voldoen aan ISO-eisen.
En andermaal vraag ik me af hoe gerechtvaardigd het is om als westerling binnen te komen met je opgeheven vingertje en je preek over het milieu als je weet dat Codelco aan de ander kant verantwoordelijk is voor 18% van Chili's export en 8% van het totale inkomen van de Chileense regering. Geld waarmee scholen en ziekenhuizen gebouwd worden. En de reden waarom de tours vooral vol zitten met Chileense ouders die hun kinderen vol trots laten zien waar dat geld allemaal vandaan komt.

Meer economie. Kersvers gekozen president Lula da Silva van Brazilië brengt een bezoek aan buren Argentinië en Chili. Een bezoek dat niet onopgemerkt blijft in de zuid-amerikaanse pers, vooral door Lula's plannen met Mercosur. Mercosur staat voor de Mercado Común del Sur (Gezamelijke Zuidelijke Markt), een in 1991 opgerichte samenwerking tussen Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay. In 1994 kwamen Bolivia en Chili als bijzitters bij, met de intentie in de toekomst deel uit te maken van een vrijhandelszone binnen Zuid-Amerika. Naar model van onze eigen Europese Unie wordt er gesproken over één munt en zelfs een parlement voor de Mercosur-landen.
Lula is een groot voorstander van Mercosur. Hij windt er geen doekjes om dat hij de ontwikkeling van Mercosur belangrijker vindt dan die ándere vrijhandelszone: de door de Amerikanen geïnitieerde FTAA (de Free Trade Area of the Americas). Hij maakte dit vooral duidelijk door in eerste instantie Chili en Argentinië te bezoeken en pas daarná naar Washington af te reizen.
Dat laatste bezoek zal zeker interessant worden, al is het alleen al omdat Lula eerder in de pers Bush openlijk dom noemde. Een Amerikaanse mevrouw met een erg Republikeins hoofd en een fobie die duidelijk nog uit de Reagan-jaren stamt, laat mij via een Zuid-Amerikaanse krant weten dat de Verenigde Staten niet blij zijn met Lula. Wij zijn bang voor een blok Chavez-Lula-Castro dat mogelijk banden kan vormen met China. En binnen enkele zinnen sta je weer tot je knieën in de resten van de koude oorlog.
Ook binnen Zuid-Amerika zelf weet men het nog niet altijd. Perú, vanzelfsprekend ook omdat ze nog niet zijn opgenomen in het blok, heeft het in de krant over het dansen op de muziek van Lula da Silva. Bolivia en Chili gezellig samen aan één tafel lijkt na de gasprotesten van de afgelopen maanden ook enigzinds toekomstmuziek en sowieso is de rijkdom en het ontwikkelingsniveau tussen de verschillende landen nog enórm.
Aan de andere kant: de Nación Latinoamericana (Latijnsamerikaanse natie) vormt met 500 miljoen mensen (en een enorme jaarlijkse groei) een geduchte markt. En wellicht is het wel eens goed voor de Latinos om het zélf te doen. Niét weer in te springen in een project van de VS, dat de regio tóch al zo domineert. Het kleinste lid, Uruguay, ziet de toekomst van Mercosur in ieder geval zonnig in. In twee dagen daar kwam ik 2 restaurants, een hotel en een pompsation tegen met de naam Mercosur.
Vlakbij Calama ligt San Pedro de Atacama. Om in San Pedro te komen rijd je eerst ongeveer 2 uur door een landschap van stenen en zand: De Atacama-woestijn, één van de droogste woestijnen ter wereld. Opeens doemt dan een groene vlek op: het dorpje San Pedro, nog geen 1000 echte inwoners en bijna net zoveel toeristen. Toch is het opmerkelijk hoezeer het dorpje nog karakter en sfeer heeft weten te behouden...een combinatie van adobe-(soort van modder)huisjes en een overmaat aan sfeervolle restaurantjes met Pisco-sour (lokale coctail) happy hour.

Door de droogte en wind lijkt San Pedro gevangen in een permanente stofwolk. Tafels in restaurantjes, meubels in de hotelkamer en de mensen, alles heeft een lichtbruine waas. Van de twee bejaarde dametjes die mijn hotel runnen is er één zo oud, verschrompeld en klein dat ze gemakkelijk door zou kunnen gaan voor één van de mummies in het lokale museum, die door de droogte in de woestijn honderden jaren perfect zijn geconserveerd.
De Atacama-woestijn heb ik verkend op de fiets. Iets dat me de gelegenheid gaf tot veel stoppen en fotograferen van rare, door wind en zand gevormde formaties, maar vooral van het enige geluid: Het fluiten van de wind. De woestijn is rood, met rotsen met zoutaanhechtsels, gecraqueleerde grond en (gelukkig voor mijn huid) een vrij bewolkte lucht. Aan het einde van de dag belim ik een enorme zandheuvel om van daaraf te genieten van een wel erg spectaculaire zonsondergang: De lucht wordt oranje, rood en verderop onbeschrijflijk bizar door de laaghangende wolken: Ben ik nog wel op aarde? Het lijkt meer op Mars! Niet voor niets heet dit deel van de woestijn Valle de la Luna (Maanvallei).
De volgende dag vroeg op voor een ander natuurverschijnsel in de buurt van San Pedro: De El Tatio Geisers. Op een hoogte van 4300 meter bevinden zich een grote hoeveelheid kleine en grote hete bronnen. Van pruttelende gaatjes tot enorme spuitende en stoom blazende torens. Het geluid van het kokende water onder de grond is een bizarre ervaring en maakt weer even duidelijk dat wij in Nederland, vergeleken met deze landen, wel een erg kalm vloertje hebben: Deze vloer lééft!
Als de zon rond een uur of half zeven opkomt vormen de helblauwe hemel en de stoompluimen een schitterende combinatie. Bovendien is het dan tijd voor een eitje gekookt in één van de kleine geisergaten en een bad in een door een geiser gevulde lagune. Een zwembad op 4300 meter, waar je bij minus 5 graden heerlijk warm in kunt badderen. Nee, dat vind je ook niet in Nederland!
Op de terugweg dan speciaal voor mij nog een laatste blik op de Altiplano (het hoge Andesgebied gedeeld door Peru, Bolivia en Chili): Vicuñas, Vizcachas, Llamas, Flamingos, een dorpje waar drie families wonen en een herdersvrouw in felgekleurde kleding die op de voet wordt gevolgd door haar 2 honden, kat en huis-llama.... God, wat is dit mooi!

Inmiddels ben ik, na een kleine overdosis aan nachtbussen, weer aangekomen in Lima, Perú (ja, jullie letten even niet op...). Heel Lima hangt vol met hysterich knipperende en zingende kerstlampjes.... Van hier reis ik vanavond door richting Trujillo, in het noorden, een stukje Peru dat ik nog niet ken....nog tien dagen....

dinsdag, december 03, 2002

Latinoland 24: Don Pablo, Teleton y Estrellas


Ik hoor de laatste weken meer en meer verhalen over kou en bijna bevroren grachten...Onvoorstelbaar! Ik lag gisteren, voor het eerst in mijn leven in december, in mijn bikini op het strand. Onder een groot spandoek met "Leve de zomer!"

Eerst maar eens verder over Valparaíso, ik schreef het al, een droomstadje, zoeen die kunstenaars inspireert.... Het kan dan ook niet anders of Pablo Neruda had hier zijn huis (één van de drie overigens).
Pablo Neruda? Wie was dat ook al weer? Een Chileense dichter (1904-1973) die in 1971 de Nobelprijs voor de literatuur won en daarnaast een bewogen leven leidde vol politiek (overtuigd communist), reizen (hij was consul over de hele wereld) en dames. In Valparaíso kun je zijn huis bezoeken, dat in een van de meest kleurrijke wijken van de stad staat en een prachtig uitzicht heeft over de heuvels en haven.

Ik vind het iets raars hebben, het bezoeken van de intieme plekken in het huis van iemand anders en het bekijken van zijn persoonlijke spullen: De slaapkamer van meneer Neruda, het bidet van meneer Neduda.... Toch zegt het veel, iemands huis, in dit geval vol spullen die hij van over de hele wereld verzamelde, glas-in-lood-raampjes uit oude huizen en wanden vol oude landkaarten. De anekdotes die de Stichting Neruda hier en daar heeft opgehangen maken het helemaal af. Al door zijn gedichten (toegegeven, ik heb nooit zijn zwaardere gedichten gelezen) was ik tot de conclusie gekomen dat het een vrolijke man vol humor geweest moet zijn. Om dat te bevestigen hangt in zijn woonkamer het statige portret van een onbekende koningin met kraag, tegenover dat van een ernstige heer, ook met kraag. Volgens de overlevering hing Neruda het schilderij daar op "zodat de koningin niet zo alleen zou zijn".

En als je dan nog niet overtuigd bent, een vertaling van zijn "Oda a la Cebolla (Ode aan de ui) zegt ook genoeg:
Onion,luminous flask,

your beauty formedpetal by petal,
crystal scales expanded you
and in the secrecy of the dark earth
your belly grew round with dew.
Under the earth
the miraclehappened
and when your clumsy
green stem appeared,
and your leaves were born
like swords
in the garden,
the earth heaped up her powers
howing your naked transparency,
and as the remote sea
in lifting the breasts of Aphrodite
duplicating the magnolia,
so did the earth
make you,onion
clear as a planet
and destined
to shine,
constant constellation,
round rose of water,
uponthe table
of the poor.
You make us cry without hurting us.
I have praised everything that exists,
but to me, onion,
you aremore beautiful than a bird
of dazzling feathers,
heavenly globe,
platinum goblet,
unmoving dance
of the snowy anemone
and the fragrance of the earth lives
in your crystalline nature.

In een verloren hoekje in het huis bevind zich de bar, waar alleen Neruda achter mocht om vandaar zijn beroemde cocktails te bereiden. Boven de bar hangt een bordje met Don Pablo esta aqui (Meneer Pablo is hier)...en inderdaad, hij zou ieder moment binnen kunnen lopen....

Vanuit Valparaíso, na een korte strandstop in Viña del Mar (verlopen beach-resort) verder naar het noorden, naar La Serena, één van de oudste steden van Chili. Ik bleek precis op de juiste dag aangekomen, want op 30 november was het in heel Chili tijd voor de al weken op televisie en billboards aangekondigde Teleton. De Teleton is de Chileense variant op Ons Dorp: binnen een dag proberen de Chilenen zoveel mogelijk geld te verzamelen voor gehandicapte kindertjes. Dit gaat vanzelfsprekend gepaard met een televisiemarathon op alle Chileense kanalen en een bijna-onhaalbare doelstelling in geld, die natúúrlijk toch wordt gehaald.
In Santiago was het grote feest, dat we live via de televisie konden volgen, maar in La Serena was het fanatisme niets minder. De plaatselijke Mies Bouwman barstte bijna uit haar jurkje van enthousiasme bij het aankondigen van clowns, lokale zangers en jeugdige dansgroepjes (leuk altijd om te zien dat er in ieder dansensemble minimaal één kindje zit die totaal geen idee heeft wat-ie daar doet!). En natuurlijk werd iedereen aangespoord om toch vooral maar aan de sluiten in de rij voor de Banco de Chile, om ook die laatste muntjes te doneren. Voor al dat vermaak heb ook ik dankbaar mijn bijdrage neergelegd. In ruil daarvoor kreeg ik een grote sticker opgeplakt om te laten zien dat ik er helemaal bijhoorde....

In de buurt van La Serena bevinden zich maar liefst drie belangrijke observatioria. De condities in de Elqui-vallei, waarin La Serena zich bevindt (geen grote steden en dus geen omgevingslicht en een vrijwel altijd wolkenloze hemel) zijn de reden dat astronomen van over de hele wereld juist hier sterren komen kijken.
Mijn bezoek aan Observatiorio Mamalluca begon rond een uur of 8 's avonds toen het net begon te schemeren. Veel sterren waren er nog niet te zien, maar wel kreeg je vast een goede indruk van de afgelegenheid van het geheel. De rondleiding begon met een half uur durend, zeer interessant verhaal van een amateur-astronoom. Het was goed bedoeld, maar hij had zijn publiek een beetje verkeerd ingeschat. Scheikunde en natuurkunde op VWO-niveau, wat kennis van filosofie en de relativiteitstheorie waren wel een vereiste om het verhaal te kunnen volgen.... Een aantal Chileense gezinnen met videocamera's keken vooral vertwijfeld. En het kon natuurlijk ook niet anders, we zijn tenslotte nog steeds in zeer katholiek gebied: Na 20 minuten over het ontstaan van sterren, de zon en aarde belandde er iemand in een geloofscrisis: Ik geloof u allemaal wel meneer, maar waar komt God er dan aan te pas? Los dat maar eens op, als astronoom zijnde!

Na dit enerverende praatje gingen we eerst naar buiten om de sterren met het blote oog gade te slaan. Op zich al indrukwekkend, want nog nooit in mijn leven heb ik zóveel sterren bij elkaar gezien! Onze gids legde wat uit over de verschillende sterrenstelsels. Ook boeiend, want ja: de sterrenhemel ziet er aan de onderkant van de wereld écht anders uit. Toen was het eindelijk tijd om door de telescoop te kijken. Een kleintje is het, vergeleken bij die van andere observatoria in de omgeving, maar toch nog steeds één die sterrenstelsels tot 140x uitvergroot. De telescoop en de koepel waarin deze staat wordt met behulp van een computer precies op het gewenste hemeldeel gericht...en dan is het: kijken maar! En wat zoeven nog een wazige vlek aan de hemel was, blijkt nu een cluster van duizenden sterren....

Inmiddels ben ik nog verder naar het noorden, nog verder richting Perú gereisd, naar het plaatsje Calama in de Atacama-woestijn. Daarover de volgende keer!