dinsdag, maart 24, 2009

Heet


Tamale is vandaag zo heet dat niet alleen de blonde vrijwilligsters waar het stadje zo vol mee is klagen. Ook de Ghanezen vinden het veel te warm. In de gezamenlijke taxi's plakken mensen tegen elkaar aan en de gebruikelijke grappen en gossip hebben plaatsgemaakt voor berustend druppen.

Ik zit op de markt op een plastic stoel en voel de straaltjes zweet langs mijn rug naar beneden lopen. Ik wacht op een man die ik gevraagd heb om een koeienvel, voor op de vloer van mijn nieuwe huis. In plaats van met een koeienvel, kwam hij terug met deze plastic stoel en vertrok hij naar... (tja, waarheen?) op een rammelend chinees fietsje, op zoek naar het koeienvel. Ik weet inmiddels dat het weinig zin heeft om te vragen wanneer hij terug komt.

Naast me op een stoel zit Jennifer op schoot bij haar moeder. Ze is één jaar, heeft twee oorbelletjes en kan nog niet zo goed lopen. Toen ze mij met grote ogen aankeek viel ze net pardoes op de stenen grond en dat gaf grote tranen. Haar moeder viste haar zonder pardon aan één been van de grond, zoals ik nog nooit een Nederlandse moeder had zien doen, flipte geroutineerd een borst naar buiten en zo is Jennifer nu weer even stil. Haar moeder zucht en veegt het zweet van haar voorhoofd met een stoffig zakdoekje.

Even verderop lijken de djembé spelers ook door de hitte bevangen. Hun trommelspel duurt nu al tijden en heeft een bijna hypnotiserend langzaam ritme gekregen waarop alles als in slow motion meebeweegt: de kaartende mannen onder de boom, de kippen die hun buiken ingraven in het zand om koel te blijven, de rondscharrelende vale hond, het mooie meisje met een paarse jurk en een bak sinaasappels op haar hoofd.


's Avonds is het nog steeds te warm om echt te bewegen. Ik loop langzaam van mijn hotel naar de weg maar het blijkt niet alleen te warm, maar ook te donker om alleen te lopen. Patrick, één van de bewakers van het hotel, wil me wel even brengen op zijn fiets. Hij peddelt moeizaam en ik voel me een verwende tut. Maar hij blijft vriendelijk, praat over de hitte en verbaast zich over het feit dat het in Nederland nul graden kan worden. Opeens zien we een gigantische bliksenschicht aan de hemel. Patrick kijkt me lachend aan en tegelijk strekken we onze armen wijd uit naar de lucht: "Regen, lekker!"