woensdag, juni 19, 2002

Latinoland 5: Amigos, Chicha y Machu Picchu


Nogmaals vanuit het kosmopolitische Cusco...Gisteren al een dik uur bezig geweest met het opstellen van dit mailtje, maar toen de computer vervolgens vastliep en ik alles kwijt was, was ik het even zat. Nog maar een poging dus....

Zoals ik in mijn vorige mail al vertelde viel ik bij aankomst in Cusco direct in de festiviteiten omtrent Corpus Christi. Voor een niet-katholiek (en voor de mensen hier een bijna-heiden) als ik een bizarre optocht van bebaarde beelden die guwelijke pijnen ondergaan, kinderen die belangrijk uitziende voorwerpen vol gouddraad en plastic kraaltjes dragen, jongemannen die bijna bezwijken onder het gewicht van de enorme altaars en mensen die vroom in gebed verzinken voor hun favoriete heilige. En volgens goed katholiek gebruik wordt alles afgelsloten met een flinke zuippartij, zodat ik tegen de avond vanaf een balkon aan de plaza een groepje jongens kon gadeslaan, die een draagstoel hadden gekaapt (2 erop, de rest eronder) waarmee ze de plaatselijke fanfare probeerden te rammen.

Cusco is waarschijnlijk de grootste backpackerstrekpleister van Zuid-Amerika. Dat betekent (zie mijn vorige mail) veel vreselijke mensen, maar ook dat er zoiets als een "backpackersgemeenschap" ontstaat: Mensen leren elkaar kennen, spreken af, maken vrienden of ruzie, roddelen, ontmoeten oude bekenden...en trekken verder. Een oude bekende voor mij was Sophie, het Engelse meisje waarmee ik van Ica naar Arequipa reisde, die tijdens Corpus Christi ineens mijn naam brulde vanaf het balkon. Het kwam perfect uit, want de volgende dag was ze jarig, wat we natuurlijk hebben gevierd met een etentje en een heerlijke fles Chileense wijn. Elkaar ontmoeten gebeurt hier op de Plaza, bij de fontein. Aangezien niemand een telefoon heeft moet je altijd maar afwachten of je afspraak er op het juiste tijdstip staat. Zo niet, ook geen nood; blijkbaar kwam er iets belangrijkers tussen. De flexibiliteit van het continent slaat al op ons over... En dan is er altijd nog de mail, om contact te houden met die mensen die jouw kant op reizen en die je graag nog eens ziet (Zo zag ik net op mijn mail dat Nicole weer terug is in Cusco). Geroddeld wordt er ook. Het verhaal van het clubje piepjonge Britse meisjes die volgens mijn vriend Nigel in Lima (zie deel 2) "...were screwing their way around Latin America...",. moet ik inmiddels al in 4 verschillende varianten hebben gehoord.

Maar (gelukkig, zou ik bijna zeggen) ontmoet ik niet alleen maar gringos hier. Ik heb een leuke Nederlandse meid ontmoet, Boudewien (Hier: "Bou", want dat kun je die Peruvanen echt niet aandoen) die hier vrijwilligerswerk doet. Samen met haar en een wisselend groepje Peruanen struinen we de leuke plekjes van Cusco en omgeving af. Zo zijn we van de week naar de Salinas vlakbij Urubamba geweest. Op terrassen die al sinds de Inca-tijd in gebruik zijn wordt daar in een grote hoeveelheid bassins zout gewonnen. Aangezien het ene bassin verder opgedroogd is dan het andere, hebben ze allemaal verschillende kleuren, wat een geweldig gezicht is, vooral ook omdat ze prachtig hoog in de bergen liggen. Het gewonnen zout wordt in enorme zakken, met ezeltjes weggebracht, wat guigantisch zwaar werk is. We hebben nog een poging gedaan een gesprek aan te knopen met één van de arbeiders, maar de man sprak alleen Quechua, hetgeen hem er niet van weerhield een breedspakig verhaal te houden over het winnen van zout. Of misschien ging het wel heel ergens anders over, we zullen het nooit weten....

Het hebben van een Peruaanse vriendenkring heeft een aantal voordelen. In de eerste plaats gaat mijn Spaans rap vooruit. Geen van mijn nieuwe Peruvaanse vrienden spreekt meer Engels dan "Happy Hour" (en kreet die je wel leert als je in Cusco woont), dus ik moet wel. Leuk is ook dat ik me nu kan verdiepen in Peruvaans slang, wat iets héél anders is dan "De Delftse Methode" (mijn eerste cursus Spaans). Zo worden vrienden, vage bekenden en willekeurige voorbijgangers aangesproken met "Mamita!" [moedertje] of "Primito!" [neefje], "Su madre!" [je moeder!] is een uitroep van opperste verbazing, "Eso da me cholera" [daar krijg ik cholera van] geeft aan dat je dat toch minder plezierig vindt en als een jongen het heeft over zijn "flaca" [magere], dan gaat het over zijn vriendin. Ik heb nog even nagevraagd hoe het moet met de jongens met de dikke vriendinnen...

Een ander voordeel van Peruaanse vrienden is dat je een kant van dit land te zien krijgt die waarschijnlijk voor veel toersiten verborgen blijft. Het gemak waarmee ze je introduceren in hun wereld, je voorstellen aan hun vrienden, familie en soms volslagen onbekenden is hartverwarmend. Bou en ik spreken veel over de verschillen, iets waar ik ongetwijfeld in een volgende mail op zal terugkomen. Maar dankzij deze mensen kom je tijdens een wandeling over het platteland in gesprek met de mensen die daar werken. Mensen die een dag lang keihard werken voor 5 soles (3 gulden 50), zonder lunch, maar met een flinke jerrycan Chicha om op de been te blijven.

Chicha is een soort bier gemaakt van mais en...(ik denk niet dat ik het verder wil weten!) De mais wordt gefermenteerd in grote aardewerken potten en als je op het platteland, voor een huis een lange stok met daaraan een plastic zak ziet, weet je dat je bent gestuit op een Chicheria. De Chicheria waar wij terechtkwamen na onze wandeling was op de binnenplaats en in de huiskamer/keuken van een oudere dame. Klein en dik, wijde rokken, lange vlechten en een hoed, zoals hier gebruikelijk is, zat ze op een lage kruk met de aardewerken pot tussen haar benen. In haar hand een kalebas om de Chicha eruit te scheppen. Haar kleindochter van een jaar of 4 zat naast haar op eenzelfde kruk. Over de grond liepen cavias, ongetwijfeld voor consumptie. Het publiek bestond uit buren van de Chicheria, Indiaanse vrouwen met kinderen in doeken op de rug en mannen die over politiek praatten. En allemaal met een grote plastic beker Chicha in de hand. Chicha heeft iets weg van bier, maar is lauw en zuur, en volgens mij ook wel een stukje straffer. Deze gringa heeft in ieder geval na twee plastic bekers, samen met de buurman van de Chicheria een perfecte huayno-show weggegeven (lokale dans)...én applaus geoogst! En al die tijd bleef ik me maar verbazen over hoe bijzonder het is om dit zo mee te maken en om hoeveel lol je kunt hebben met mensen die soms wel van een andere planeet lijken te komen.

Tenslotte ben ik er van de week nog enkele dagen zelf op uit geweest. Naar Machu Picchu, voor veel mensen hét hoogtepunt van Zuid-Amerika. Veel reizigers gaan naar Muachu Picchu via de Inca Trail, een 4-daagje voettocht. Ik heb deze (voor nu?) maar even gelaten voor wat hij is en ben met de trein gegaan. Eerst de nacht doorgebracht in Aguas Calientes, een van die toersitendorpjes die je overal over de wereld vindt en waarvan je je afvraagt of ze al bestonden vóór de toeristen kwamen. Hotels, restaurants en een schooltje, wat er ook waarschijnlijk alleen maar staat omdat de kinderen zo leuk fotogeniek zijn voor de toeristen. De volgende dag de twee uur naar boven gelopen van Aguas Calientes naar Machu Picchu. En dan sta je tussentijds even uit te puffen, te gezieten van het uitzicht en dan hoor je ineens je naam! Alexandra, een Engels meisje dat ik nog kende uit Huacachina (het hotel in de woestijn). Met haar, haar Franse vriendin, 2 Australische jongens en een Israelisch meisje hebben we de hele dag de site verkend. Als we een plekje vonden om te zitten was het "storytime", dan haalden Alexandra en ik onze reisgidsen tevoorschijn en lazen we voor waar we waren en wat de bijbehorende theorieën zijn (omdat Machu Picchu nooit door de Spanjaarden is ontdekt blijft het gissen wat het precieze doel van de site was), of we verzonnen onze eigen, ook zeer plausible theorieën.... En de site IS indrukwekkend. De grootte, de staat waarin alles verkeerd en de spectaculaire ligging tussen de bergen zijn adembenemend mooi. Toen we arriveerden was het regenachtig en mistig, maar in de loop van de dag trok de mist op en onthulde de site zich tot de vergezichten die je kent van de postkaarten. Fantastisch. Omdat de geluiden (van de toeristen bijvoorbeeld) worden gedempt door de stenen, kun je door je oogharen naar het centrale plein kijken en de oude Incas met hun llamas zien lopen. Of misschien is dat alleen mijn afwijking....
Ondertussen is de situatie in Arequipa behoorlijk uit de hand aan het lopen. De emoties rond de privatisering van de waterleidingbedrijven lopen behoorlijk op. Het is raar te zien dat de stad waar ik een week geleden was nu opgebroken ligt en in de gaten wordt gehouden door militairen. Cusco blijft relatief rustig, wellicht door de vele buitelanders, al hebben we vandaag en morgen onze 3de staking in 10 dagen en zit de kerk vol hongerstakers.

Ik ga van de week waarschijnlijk met Bou mee naar haar vrijwilligerswerk, om te kijken of het ook iets voor mij is. Zo ja, dan zal ik voorlopig in Cusco blijven.

Geen opmerkingen: