woensdag, november 27, 2002

Latinoland 23: Re-encuentras, Mochileros y Desaparecidos


Deze week was er een van re-encuentras (herontmoetingen). Allereerst met Mendoza, omdat dat nu eenmaal het meest gemakkelijke grensovergangspunt bleek. En dus weer terug naar het wijntentje waar ik al eerder was en haar eigenaar Martin, die bijna omviel van verbazing dat ik weer terug was. Het heeft wat schizofreens om 'weer terug' te zijn in een stad die nog niet helemaal de jouwe is, zoals eerder in Buenos Aires... Bekend maar toch niet.
Ook weer terug: warm weer! Van 13 graden in Bariloche naar 33 in Mendoza. Het is even wennen. Vooral ook omdat ook hier in Zuid-Amerika de winkels steeds voller raken met kerstornamenten. 'Rudolph the Rednose Raindeer' bij 30 graden is in mijn ogen volslagen belachelijk, maar het zal wel wennen.
En andere herontmoeting met Toby, een uit de kluiten gewassen Deen die ik drie maanden terug met een biertje in de hand naast een zwembad in Brazilie tegenkwam. Het biertje is er nog steeds! Toby is inmiddels 21 maanden onderweg, déze reis. Hij doet iets onduidelijks in de agrarische sector, wat er eigenlijk op neer komt dat ieder baantje sparen is voor de volgende reis. Het word wel moeilijker, geeft hij aan, nu de meerderheid van zijn vrienden aan huwlijken, kinderen en hypotheken begint.
Maar de belangrijkste herontmoeting is met mijn Schots-Amerikaanse vriendin Fiona uit Buenos Aires, die inmiddels in Santiago verder werk aan haar boek. Leuk om weer bij te kunnen kletsen en fotos van Buenos Aires te kunnen vergelijken.


Want ja, na ruim 2,5 maand is het me eindelijk, in ieder geval lijfelijk, geluk me los te rukken van Argentinie. Na een doorwaakte nacht vol sneeuw, kou, douaniers en stempels, stond ik op dinsdagochtend eindelijk in Santiago de Chile. Het eerste metroritje belichtte direct al de belangrijkste stadsproblemen van Santiago: In het treinstel hing boven het bordje: "Wat te doen in het geval van een aardbeving", een lichtbord met actuele informatie over de klimaatstoestand (lees: hoeveelheid smog) in de stad. Tot nu toe lijkt ik geluk te hebben: Iedere dag is het smogvrij genoeg om achter de koloniale gebouwen en palmbomen van Santiago de besneeuwde Andespieken te zien.

Na bijna een week kan ik zeggen dat ik Santiago een leuke stad vind. Het kostte me wat moeite me los te rukken van de beelden van "Mi Buenos Aires Querida " ("Mijn geliefde Buenos Aires" en gelijk de titel van een lied van Tango-koning Carlos Gardel). Maar Santiago is de perfecte overgang tussen het meer Europese van Buenos Aires en de complete chaos van Lima, waarnaar ik straks weer zal terugkeren.

De rit van Mendoza naar Santiago is nog geen 7 uur, maar het verschil tussen Chili en Argentinië, vaak in één mond genoemd als de twee meest Europese landen van dit continent, is overduidelijk. De enorme hoeveelheden vlees op het menu hebben plaatsgemaakt voor vis, de mensen spreken weer een ander (nu nóg onverstaanbaarder) Spaans en de wisselmeneer op het station meld mij vol trots dat "Chili nu het duurste land van Zuid-Amerika is". Hoera.

Gelukkig wordt hier minstens zoveel heerlijke wijn gedronken als in Argentinië. Een feit dat ik van de week, na een rondleiding in de beelschone wijngaarden van Concha & Toro (ook in Nederland in de schappen) en een bijbehorende proefsessie zelf heb kunnen vaststellen. En hoewel ik tango prachtig vind is het heerlijk om na al die tijd weer veel en goed salsa te kunnen dansen.

Tijdens mijn hele reis heb ik geprobeerd een beetje afwisseling aan te brengen in mijn logeeradressen. Zo min mogelijk echte (anonieme) hotels (meestal toch te duur), veel kleine familiehotels en "Casas de familia" (soort Bed&Breakfast), ideale plekken om veel Spaans te praten en hier en daar wat lokaal familieleven mee te pakken. Zo nu en dan is het echter ook meer dan prima om even terug te schakelen naar Engels en een biertje te drinken met een paar andere reizigers. In Santiago ben ik terecht gekomen in "La Casa Roja", backpackershostel if there ever was one! Dertig man bewonen een beeldschoon Victoriaans pand, nog volop in de verbouwing. Er wordt gepingpongd, gebarbecued en videos gehuurd en er hangt een sfeertje (of misschien is het de geur van bedorven voedsel in de koelkast) die me herinnert aan mijn eerste studentenhuis in Delft. Als deze plek iéts duidelijk maakt is het de totaal verschillende manieren waarop mensen met reizen omgaan.
Je in Zuid-Spanje vol laten lopen om de volgende dag op het strand uit te slapen is nooit mijn idee geweest van een welbestede vakantie, maar verre reizen zijn tegenwoordig zo gemakkelijk gemaakt dat je ook in de wat meer extreme uithoeken van de wereld mensen vindt die die dagbesteding aanhouden. En ja, zelfs als ik mensen tegenkom die al 7 maanden door Zuid-Amerika reizen en nog niet eens hun biertje in het spaans kunnen bestellen, of als ik iemand tegenkom die zijn 3 weken Argentinië in de tuin van het hostel doorbrengt, doe ik heel hard mijn best te denken "Dat iedereen nu eenmaal zijn eigen manier van reizen heeft". Dan zijn er de die-hard survivalers, die opwindende verhalen hebben over slangen in hun bed in Tibet en zelf-behandelde malaria in tijdens een tiendaagse boottocht over de Amazone. Er zijn mensen die na twee weken al doodgaan van eenzaamheid, omdat ze niets anders dan Japans spreken en er zijn mensen (zoals Toby) die al jaren onderweg zijn omdat het het enige is dat ze kunnen en willen in het leven. Het sfeertje in La Casa Roja is er niet minder om (in tegendeel). Ik geniet me suf als ik Gavin, een Australiër die net is aangekomen, vrolijk door hoor ratelen in het Engels tegen iemand die hier geen woord van verstaat. En dat hij dan vervolgens nog instemmend knikt bij het (voor hem onverstaaanbare) antwoord in het Spaans pleit nog meer voor hem.

Naast wijngaard bezoek was het lekker in Santiago door de stad te wandelen, schaakwedstrijden te volgen op de Plaza en vis te eten op de drukke markt. Eén totaal ander bezoek dat ik van de week bracht is aan de voormalige Villa Grimaldi. Een plaats die in de jaren 70 door Pinochets DINA (geheime politie) werd gebruikt voor de marteling en executie van politieke tegenstanders. Langzaamaan wordt de plek, in een buitenwijk van Santiago, omgebouwd tot een park ter herinnering aan de slachtoffers, waarvan in veel gevallen het lot nog steeds onbekend is: "Desaparecido", "Vermist".
In "Parque por la Paz", zoals het heet ("Park voor de Vrede") heerst een drukkende stilte. Er zijn niet veel mensen, een paar spelende kinderen en 2 andere toeristen. Veel meer dan een indrukwekkende lijst met namen en data is er voorlopig niet te zien. Maar toch verbaast het gebrek aan mensen me. Sterker nog, veel mensen aan wie ik onderweg de weg vraag lijken niet eens te weten dat het park bestáát. Net als in Argentinië lijken de mensen de donkere jaren 70 het liefst maar zo snel mogelijk te willen vergeten. Van de grote hoeveelheid boeken over politiek en geschiedenis in de Argentijnse boekhandels vind ik er slechts 1 of 2 die over de dictatuur gaan. Het boek dat ik zelf heb gelezen over de Argentijnse geschiedenis stópt simpelweg na Perón. De (Argentijnse) schrijver claimt dat na deze periode de sentimenten en persoonlijke betrokkenheid zo sterk worden dat het onmogelijk is er objectief over te schrijven. Herinnering is een sterk wapen, dat hebben de Dwaze moeders op de Plaza de Mayo en de bouwers van Parque por la Paz heel goed begrepen. Maar veel mensen wíllen niet herinneren. Het prachtige imago van "de meest Europese landen van Zuid-Amerika" zou zeker ernstig geschaadt worden en voormalige verantwoordelijken hebben nog steeds téveel aanhangers met dikke portemonnees en belangrijke functies. Dus blijft Pinochet voorlopig nog rustig verschijnen op cocktailparties....
Veel mensen vragen zich af waar die steun toch vandaankomt. Waarom wordt er gestemd op corrupte ex-presidenten en wie zijn die mensen die Pinochet nog steeds steunen? Want nee, het zijn zeker niet alleen die paar búlkend rijke mensen die Zuid-Amerika rijk is. Als Fujimori, ex-president van Peru, gevlucht naar Japan na eindeloze schandaal- en corruptieverhalen, de afgelopen verkiezingen inderdaad had meegedaan zoals hij graag had gewild, had de kans zeer wel aanwezig geweest dat hij weer president was geworden. Hoe kan dat toch?
Dat de problemen in Zuid-Amerika niet te vergelijken zijn met ons file-probleem en de wachtlijsten moge duidelijk zijn. En "een sterke man" ligt dan meer voor de hand dan het Nederlandse poldermodel. Wat mensen zich vooral herinneren van Fujimori is hoe hij de terroristen van Het Lichtend Pad opbergde. En veel mensen zien Pinochet als de man die de Chileense economie heeft gemaakt tot wat hij nu is: één van de, zo niet dé, sterktste van Zuid-Amerika(waarschijnlijk terecht)... En als je niet te eten hebt, of dagelijks beschoten wordt zal het je waarschijnlijk mínder boeien dat dat allemaal op een wat minder lieve manier bereikt wordt. Daarom zal ook voormalig president Menem bij de Argentijnse verkiezingen in januari, wel weer gekozen worden. Een corruptie- en drugsverleden zijn minder belangrijk dan de overtuiging van veel Argentijnen dat hij de kracht en ervaring heeft om het land uit de crisis te leiden.

Inmiddels ben ik aangekomen in Valparaíso, een havenplaats niet var van Santiago. De stad is een sprookje: De haven met knalblauwe zee, de stad die opkruipt tegen de heuvels, duizenden kleine gekleurde huisjes, flanerende marine-mannen in uniformen uit de hele wereld (ok dames, niet gelijk en masse afreizen ) en overal grappige rammelende liftjes die je de verschillende heuvels opbrengen. En veel, heel veel schaal- en schelpdieren natuurlijk.... Mjam.

Geen opmerkingen: