dinsdag, mei 03, 2005

No es fácil (1) - Cuba



Mijn inschatting van het Cubaanse internet bleek aan de optimistische kant. Aangezien de gemiddelde Cubaan niet zomaar het internet op kan, blijken de internetcafés bepaald niet massaal aanwezig. Mocht je in een echt toeristenplaatsje zitten, zoals ik gisteren, dan kan het bovendien zomaar gebeuren dat de Cubaanse overheid om volslagen onduidelijke redenen de stekker (letterlijk?) uit een stel computers komt trekken. Maar ik loop op de zaken vooruit...

Vorige week woensdag landde ik in La Habana. Wat papierwerk bij de douane en een taxirit later stond ik in het huis van Carlos en Vivian, een gezellig Cubaans echtpaar, die me gedurende 6 dagen hebben voorzien van alles wat een mens nodig heeft, plus een paar gezellige avonden met een glas rum in de woonkamer. Twee dagen later arriveerde Floortje, een vriendin uit Nederland, die op het moment een paar maandjes onderzoek doet in El Salvador, en die me een weekje vergezeld. Tegen die tijd had ik hier en daar al uitgevonden dat mijn Latijnsamerikaanse referentiekader, de bril waarmee ik toch veel zaken hier bekijk, in veel gevallen absoluut niet toerijkend is.

Hay cosas y cosas
De eerste grote verschillen zijn op straat te vinden. Op beter gezegd: je vindt ze niét op straat! Waar je in andere delen van Latijns Amerika te maken krijgt met bedelaars, straatverkopers en op straat slapende kinderen, zie je hier niets van dat al. Een billboard langs de Cubaanse snelweg kopt trots: "Iedere dag slapen er in de hele wereld miljoenen kinderen op straat. Geen enkele daarvan is Cubaans.". En over die billboads gesproken: het totale gebrek aan reclame is ook nieuw: geen uithangborden, geen neon en geen geverfde huizen die bier, frisdrank of een bepaalde politieke partij aanprijzen. Bijna de enige verlichte borden zijn die van een bepaald ministerie of "H STA A V CO RIA S EMPRE" bovenop een enorm hoog (en redelijk afgetakeld) gebouw. Enorme markten waar je alles kunt kopen van kip tot haarclips, maken hier ruimte voor piepkleine agropecuarios waar mensen op beperkte schaal hun groenten en fruit kunnen verkopen en Dollarwinkels die bijna grappig zijn in hun assortiment. Tegenover mijn Casa Particular (plek waar je bij mensen thuis kunt overnachten, alternatief voor een (staats-)hotel) in Havana bevond zich La Epoca, een soort Cubaanse Bijenkorf. Gezien de lange rij voor de deur moest het hier gebeuren. Bij binnenkomst blijken er van de drie verdiepingen twee gesloten, omdat er simpelweg niets te verkopen valt. Op de begane grond zijn enkele delen te vinden waar specifieke zaken worden verkocht. Er is een redelijk grote ruimte waarin één kledingrek staat, met nogal uiteenlopende kledingstukken en enkle paren schoenen. Achterin een andere ruimte wordt zelfs iets verkocht dat lijkt op Fila-schoenen, maar waar de meeste Cubanen alleen naar komen kijken. De supermarkt in de kelder heeft ook een apart inkoopbeleid: Véél drank (rum, water, frisdrank), rijen en rijen vol ham in blik, tomatenpuree en olijven, een vrieskist met een paar ondefinieerbare stukken vlees en een koelkast met een paar pakken houdbare melk. Dat wordt een interessante maaltijd....Dat nog wel meer dingen niet helemaal hetzelfde waren als ik was gewend, ondervond ik de dagen erna...

Viva Fidel
Havana is prachtig, met al zijn opgeknapte en vervallen gebouwen (en eigenlijk dat laatste soms iets meer dan het eerste), opgeknapte en vervallen autos en vooral de Cubanen zelf. Vooral daarom draaide het bezoek om Havana loor mij eigenlijk bijna alleen om één ding: 1 mei, "Día de los Trabajadores" (Dag van de Arbeid). De dag van Fidels beroemde urenlange speeches en de dag dat alles in Havana dat zich enigszinds kan voortbewegen, geacht wordt aanwezig te zijn op de Plaza de la Revolución. Al tijden van tevoren werd men via kranten en borden op staat opgeroepen "solidair" te zijn en toch vooral te komen. Er zouden "historische" uitspraken worden gedaan, die natuurlijk ook te maken hadden met de recentelijk aangezwengelde liefdesrelatie met Venezuela. Enkele uren na mijn aankomst in Havana landde namelijk één van de weinige mensen ter wereld die het recht heeft Fidel aan te spreken met : Hugo Chavez, de Venezolaanse president waar de VS óók niet zo blij mee is. Waar de VS vooral druk is met het landen binnenhalen voor haar ALCA (een vrijhandelszone voor geheel Amerika, zónder Cuba natuurlijk) hebben Hugo en Fidel vorige week een eigen accoord opgesteld: De ALBA, het "Bolivariaans alternatief" voor de vrijhandelszone (en die ene letter verschil is natuurlijk geen toeval). Enkele dagen voor 1 mei had Carlos mijn interesse al gespot en vroeg me of ik zin had naar Fidels speech over de ALBA en Venezuela op televisie te kijken. Ik werd met ventilator en een rumcola geïnstalleerd op de kamer van oma (de moeder van Carlos), waar de enige televisie stond. Hoe je ook over Fidel moge denken: de man kán speechen! Het verhaal is natuurlijk veel te lang, maar wordt slim gelardeerd met anekdotes en stukken uitleg (en, toegegeven, met begrippen als imperialisme, terrorisme en solidariteit) die het hele verhaal zeker niet droog maken. Als hij het heeft over de meubels die Venezuela Cuba zal brengen wijdt hij uit over een geweldig Venezolaans matras dat Chavez hem liet zien, dat er zó aanlokkelijk uitzag dat el presidente en hij er toch echt even op moesten gaan zitten (camera op Chavez). Je ziét ze zitten met z'n twee! Ondertussen kwam Carlos informeren of ik een kussen nodig had: "...want dit duurt nog wel even!".Op de vroege ochtend van 1 mei trokken zo'n 1,3 miljoen mensen vanuit alle hoeken en gaten van Havana (en ver daarbuiten) naar de Plaza de la Revolución. Die enorme stoet te zien, met kinderen in schooluniformen, studenten in rode shirts en bergen Cubaanse vlaggetjes was geweldig. Naarmate de stoet dichterbij de Plaza werd versterkt door honderden bussen en open trucks vol mensen uit de provincie werd het regelrecht kippenvel: wát een mensenmassa! Rond half zeven s ochtends vonden Floortje en ik een plekje naast een moeder en dochter, die zich onmiddellijk over onze tassen ontfermden en met wie we chips en mango's deelden. De eerste 2,5 uur bestonden uit wachten, waarbij het steeds warmer en drukker werd. Erg comfortabel was het niet, maar het mensen kijken was geweldig. Overal zag je shirts met leuzen, mensen op elkaars nek in een poging wat van het podium te zien en kinderen die van de stokjes van de massaal uitgedeelde vlaggetjes met engelengeduld stapels maakten om op te staan. Voor de hoofdact moesten we ons heenworstelen door een Salvadoriaans politicus, die niet de verbale kwaliteiten van Fidel had. De verveling sloeg toe, maar toen er een rapband ging optreden werd iedereen weer erg enthousiast. Het werd even duidelijk dat de prioriteit voor veel mensen eerder bij muziek, dan bij de socialistische solidariteit lag! Maar toen werd Fidel aangekondigd: groot applaus natuurlijk, veel gezwaai met vlaggen en een opgewonden "daar issie, daar issie!". Zelfs schoolkinderen klommen op elkaars nek om een glimp te kunnen opvangen, iets dat ik onze eigen Jan Peter nog niet voor elkaar zie krijgen. De speech hebben we niet tot het einde uitgezeten, maar de hele ochtend was zeer de moeite waard.

Orejas por todos lados
De eerste stop na Havana was Viñales, een klein dorpje in de provincie Pinar del Rio, in het westen. Het dorpje is zo schattig klein dat iedereen elkaar kent, we hadden er een prachtig Casa Particular met een eigen veranda, waar we het halve dorp aan ons voorbij konden zien trekken en we hebben een dag fietsend doorgebracht door het prachtige landschap dat gekenmerkt wordt door Mogotes, vreemdgevormde bergen en veel palmbomen, kleine boerderijtjes en boeren die hun akker ploegen. Wat een rust, zo na Havana! Bovendien kregen we in Viñales een kijkje in de keuken van het ándere Cuba. Wanneer je de taal niet spreekt, niet bijster politiek geïnteresseerd bent en vooral in hotels en restaurants verblijft moet het niet moeilijk zijn Cuba voor het paradijs aan te zien. Natuurlijk is het duidelijk dat het gaat om een solialistische staat, maar de huizen worden opgeknapt en met een glas rum en altijd zon, ziet een rij mensen die uren wachten voor een winkel er lang niet zo rot uit als in de grauwe regen van, pak 'm beet, Polen in de jaren 70... Het eerste signaal was het enorme papierwerk dat samenhangt met het hebben van een Casa Particular. Onmiddelijk bij binnenkomst moeten we steeds ons paspoort geven voor een ontzettende papierwinkel. Het feit dat Flootje enkele dagen later in dezelfde casa kwam logeren, zorgde voor hoofdbrekers bij Carlos en Vivian en toen we een Australische jongen uitnodigde voor een drankje op onze veranda in Viñales, moest hij al zijn gegevens opschrijven voor het geval er een controle kwam. De volgende dag hadden we een gesprek met een tweetal vrachtwagenchauffeurs, op een terras net buiten Viñales. De mannen hadden ons een drankje aangeboden en vroegen naar onze reis. Ze vonden dat we erg fortuinlijk waren uit Europa te komen, waar je zomaar reizen kunt als je daar zin in hebt "Want wij kunnen dat niet". De man weidde nog even uit over dit onderwerp, maar toen de ober aan de tafel naast ons ging zitten hield hij na een snelle blik op met praten. Er werd meegeluisterd! Hoezeer er werd meegeluisterd bleek toen Floortje niet op een bepaald woord kon komen en de ober aan de tafel naast ons haar droogjes aanvulde. We keken elkaar stomverbaasd aan. Toen we even later een opmerking maakten over de mevrouw van ons huis, die die avond kreeft voor ons zou koken werden we met een handgebaar het zwijgen opgelegd: Particulieren, zoals Casas Particulares, mogen slechts kip en varkensvlees koken voor hun gasten. Kreeft, vis en andere luxe zaken zijn voorbehouden aan staatsrestaurants. Onze huisbazin had een enorm risico gelopen en op de zwarte markt voor ons een kreeft gekocht. Bij ontdekking was ze niet alleen haar vergunning kwijtgeraakt, maar had ze een boete van enkele duizenden dollars moeten betalen. Tijdens het eten van de kreeft ging de deur van ons huis dan ook dicht... er zou eens iemand argeloos binnenlopen... Ondanks ons schuldgevoel smaakte de kreeft fantastisch! Kleine zaken kosten soms onnoemelijk veel moeite hier. Een taxi die ons naar Trinidad zou brengen vertrok uiteindelijk 2,5 uur later, omdat álle taxis uit het dorp de avond ervoor plotseling werden opgeroepen voor een controle door de politie. Geen veiligheidscontrole, maar een controle van het papier en de stempels. Maar tot noch toe wegen de Cubanen en het prachtige land er zéker tegenop (maar wij wonen hier niet...).
We hebben twee heerlijk avonden gedanst in Viñales, met de beste dansers die ik ooit heb gezien en we hebben een volle dag doorgebracht op Cayo Jutía een wit-wit strand met de blauwste blauwe zee, waar we de hele dag konden liggen, lezen en zwemmen terwijl we in 6 uur misschien 5 mensen voorbij zagen komen.
Nu zijn we in Trinidad, wat Floortjes laatste stop is en waarna ik weer verder naar het oosten ga. Mocht ik daar weer een internetcafé treffen dan laat ik zeker meer van me horen!

Geen opmerkingen: