zaterdag, juli 20, 2002

Latinoland 9: El otro capital, elecciones y bailar


Van nu af aan gaat het grote grijnzen beginnen, want terwijl jullie je sokken uitwringen en paraplu's uitschudden in de Hollandse zomer, reis ik de zon tegemoet!

Een week geleden kwam ik aan in Sucre, de witte stad, zoals de Bolivianen haar liefkozend noemen. En al bij de eerste blikken op de stad (vanuit een rammelende bus) werd ik er, net als zij, een beetje verliefd op: Overal witte huizen, palmbomen (eindelijk weer), mooie pleintjes en koloniale gebouwen. De zon schijnt, dus eindelijk weer eens een goede douche (als het 's ochtends onder nul is en er is alleen koud water schiet dat er een tijdje bij in) en de stad in in je T-shirt!

Bolivia heeft één belangrijke overeenkomst met Nederland (en Zuid-Afrika): Regeringszetel en hoofdstad zijn niet één en dezelfde. Waar in Nederland Den Haag het (helaas) toch echt moet afleggen tegen Amsterdam als het gaat om de hoofdstad van het land, wil in Bolivia de discussie hierover nog wel eens oplaaien. De bewoners van Sucre zijn er in ieder geval van overtuigd dat zíj in de hoofdstad wonen, getuige de 2 hotels, 1 farmacia, 1 winkel, 1 kiosk, 1 benzinestation en 3 restaurants die ik telde met de naam "El Capital".

Aan de rand van Sucre bezocht ik het kasteel La Glorieta, daar neergezet door een heuse Boliviaanse prins. De goede man had wat tripjes ondernomen naar Europa en vond daar gewoon álles mooi. Vandaar dat het kasteel een aaneen-ge-lego-d gedrocht is geworden van Byzantijnse, Romantische, Avandgardistische, Romaanse en Gotische architectuur. Mooi vond ik het niet, origineel is het zeker!
Maar het kan altijd nog erger: mijn hotel in Sucre was géén succes. Toen ik aankwam nam ik mijn associatie met de Flodder-familie nog voor lief, maar toen bleek dat de familie de hotel-badkamers tevens verhuurden als openbaar toilet (yuck!) werd het al iets minder. Daarna bleken ze ook nog eens mijn documenten (paspoort ed) in een onvindbare kluis (lees: plastic tas) te hebben gestopt. Maar dat de eigenaar niet meer wist wáár mijn spullen zich bevonden was ook erg logisch: meneer was namelijk zo dronken (5 uur 's middags) dat hij niet meer op zijn benen kon staan! Hm. Uiteindelijk kwam het allemaal goed, en bleek ook dat mijn Spaanse scheldwoorden arsenaal érg vooruit is gegaan. Daarnaast had ik ineens erg veel inspiratie om de Lonely Planet te schrijven!

Behalve mooi en schoon, bleek Sucre ook nog eens een hele serie leuke cafeetjes en restaurantjes te hebben. Waarvan één met oranje doei-kaarten, Heineken-viltjes en Willem&Max-mokken. Gerund door een Nederlander, dat lijkt me duidelijk. Nou mis ik Nederland nog niet zó vreselijk, maar het was natuurlijk de perfecte gelegenheid om mijn Peruvaanse reisgenoot de geneugden van de Hollandse keuken te laten proeven. Bitterballen, jawel!

Inmidels ben ik verder gereisd naar Cochabamba, dat na het rustige Sucre een beetje tegenvalt: te druk, te vies, te veel verkeer. Het is duidelijk tijd voor een paar dagen rust, dus vertrek ik vanmiddag naar een klein dorpje hier niet te ver vandaan, waar zich een opvang bevindt voor apen, vogels en poema's. Weer eens wat anders.

Na inmiddels 4 Latijns-Amerikaanse reizen, en 3 maanden Nicaragua merk ik dat ik harder word. En daar ben ik niet trots op. Driekwart van de bedelaars loop ik, zelfs vaak zonder nadenken, voorbij. Maar zo nu en dan gebeuren en dingen... Toen ik zaterdagavond na een biertje terugkwam in mijn hotel waren er op de binnenplaats 5 jongetjes in de leeftijd van 5-10 jaar bezig twee dekens uit te spreiden om te gaan slapen. Eén om op te liggen, één eroverheen. Met zŽn vijven. Of ze hadden gegeten? Nee, natuulijk niet. Dus midden in de nacht kijken wat er nog aan eten te krijgen valt op de markt. Zeven hamburgers gekocht van een nogal groezelig, tandeloos vrouwtje dat de hamburgers met haar vingers op de broodjes deed. Niet erg gezond, maar wel warm. Tegen de tijd dat ik terug was in het hotel was de helft van de jongetjes al in slaap gevallen. Nog geprobeerd de kleinste wat friet te force-feeden, maar hij viel gewoon om...En dan lig ik dus de halve nacht wakker, wilde plannen makend, omdat dat gewoon niet hóórt!

De Boliviaanse verkiezingen zingen lang door. De afgelopen 3 weken waren de officials druk bezig met het tellen van de stemmen. Ja, u hoort het goed, 3 weken. Dat betekende 3 weken lang verkiezingsnacht! Waar ik in Nederland na een volle avond Wim Kok en Paul Rosemöller met een zucht de televisie uit kan zetten, waren er hier 3 weken lang, iedere avond andere politici op televisie die, na een nieuwe lokale uitslag, dramatisch verkondigenden dat "Als het volk het zo wilde, het dan maar zo moest zijn". De Bolivianen hebben gekozen voor een Senaat (1e kamer), gedeputeerden (2e kamer) en een president. Met foto en al staan ze in de krant en waar de senatoren de ras-politici zijn (een heel rijtje Wiegels, vaak inclusief sigaar) lijken verschillende gedeputeerdenden zo uit de klei van de provincie getrokken: Indiaanse vrouwen met vlechten en hoedjes en mijnwerkers met hun helm nog op (uit Potosi natuurlijk). De presidentsverkiezingen zijn wat ingewikkelder, daar een kandidaat 50% of meer van de stemmen moet hebben om president te worden (en dit natuurlijk nooit gebeurt), wordt de president uiteindelijk, achter gesloten deuren, uitgemaakt door de nieuwgekozen partijen. De meest in het oog springende kandidaten van de 11 (!) waren Gonzalo Sanchez de Lozada ("Goni"), die eerder in de jaren 90 president was en Evo Morales ("Evo") . Het meest in het oog springende verkiezingspunt: Gaat het gas door Peru (Evo) of gaat het door Chili (Goni) (zie ook deel 7). Dat de meeste mensen niet echt gecharmeerd zijn van het laatste moge duidelijk zijn, maar Goni heeft nog andere kwaliteiten. Het meisje waarbij ik at op de markt had op Goni gestemd: "Porque es professor, no más!" (Want hij is wel professor!). En stemmen op Evo brengt weer andere problemen met zich mee. Hij wordt door de VS in verband gebracht met de coca-handel hier (lees: hij is tegen de Amerikaanse bemoeienis in het bestijden van de coca-handel in Bolivia). De ambassadeur van de VS gaf daarom enkele weken voor de verkiezingen aan dat de VS zijn ontwikkelingshulp aan Bolivia zou stoppen en de markt voor Boliviaanse producten zou dichtgooien in het geval Evo gekozen wordt. Niet zoŽn slimme actie, want de Amerikaanse bemoeienis wekt inmidels zulke ergenis op in deze regio, dat het een bijna averechts effect heeft op het stemgedrag. Inmiddels is het hier voor de meeste mensen hier wel duidelijk dat Goni de nieuwe president zal worden, via achterkamertjespolitiek of niet (officieel pas duidelijk in Augustus). Nu alleen die pijplijn nog. De Plaza in Cochabamba wordt al dagen gedomineerd door niet-mis-te-verstane boodschappen aan de nieuwe president: "GAS DOOR CHILI IS LANDVERRAAD!". Prachtig om te zien zijn de politieke discussies op de plaza. Twee mannen die weten hoe het zit en dat ook kunnen verwoorden tegenover elkaar, geflankeerd door tientallen anderen die instemmend knikken of roepen. Zonder Paul Witteman, maar Lagerhuis "en vivo"...zouden we in Nederland ook moeten doen!

Maar hoe gaat het nou eigenlijk met het dansen, toch één van de dingen die ik hier kwam doen? Tot nu toe valt het nog een beetje tegen. Veel muziek overal, en genoeg dansende Peruvanen en Bolivianen, maar om nou te zeggen dat ík er veel aan toe kom...Wat leuk blijft is het effect van een blonde gringa op een Latino-dansvloer. Als ik zeg dat ik salsa of samba dans wordt er standaard vriendelijk gegelimlacht en opgemerkt dat ze het hartstikke leuk vinden om me even te laten zien hoe salsa gedanst wordt. Wat het behoeft natuurlijk geen toelichting dat mensen die les hebben gehad in Europa niet snappen hoe de dansen van hier in elkaar zitten. Ahum. De gezichten als het dan eindelijk tijd is om de dansvloer op te gaan zijn onbetaalbaar en toch ook wel een beetje goed voor m'n ego. Puh. Of om het op z'n Peruaans te zeggen: "Ah, Su madre!" (zie deel 4) Qua dansen was Cusco tot nu toe het hoogtepunt. Veel livemuziek in barren en discos, veel gedanst met een zeer goede salsa-leraar en lessen genomen in Axé (dat ze hier toch weer nét even anders dansen dan in Amsterdam en Den Haag). Heerlijk. Zelfs nog mee kunnen doen met een demonstratie van dansers van de Costa (een stukje Peru met donkere mensen en hun eigen, bijna samba-achtige muziek). Waarbij tijdens het dansen een brandende kaars bij je billen wordt gehouden, die je door snelle heupbewegingen moet zien te vermijden. (Dankzij mijn Nederlandse dansschool zijn mijn billen nog geheel intact).In Sucre maar eens een proefles genomen in Capoeira (Braziliaanse vechtsport/dans), omdat salsa en samba daar onvindbaar bleek. Leuk om een keer te doen, jammer dat de professor er een beetje Oostblokmethoen op na hield. Om ons soepel te krijgen ging-ie even lekker op je rug zitten als je je benen aan het strechen was. Ik heb 2 dagen niet kunnen lopen van de spierpijn! Ik heb de hoop dat de mogelijkheden om te dansen alleen maar meer worden naarmate ik Brazilie meer en meer nader....

Goed mensen, dat was het weer...op naar de poema's!

Geen opmerkingen: